Nieuwe onderzoeks-, aanslag- en bewaartermijnen: 3, 4, 6 of 10 jaar

 

Naar aanleiding van het actieplan van de minister van Financiën, dat focust op internationale fraude en frauduleuze constructies, is er een aanpassing doorgevoerd van de fiscale procedure, meer bepaald een verlenging van de onderzoeks-, aanslag- en bewaartermijnen in de inkomstenbelasting. Deze verlenging moet het mogelijk maken voor de fiscale administratie om meer tijd te krijgen om fraude en andere onregelmatigheden op te sporen en België in staat te stellen zijn internationale verplichtingen inzake uitwisseling van informatie na te komen.

 

1/ Onderzoeks- en aanslagtermijnen: drie, vier, zes of tien jaar.

 

In geval van een foutieve aangifte: drie jaar

          a. In geval van niet of laattijdig indienen: vier jaar (in plaats van drie jaar nu)

          b. In geval van fraude: tien jaar wordt de standaard termijn (in plaats van zeven jaar nu)

          c. In geval van aangiften met internationale aspecten (er dient telkens een link met het           buitenland te zijn): tien jaar

 

2/ Bewaartermijnen: verlenging van zeven naar tien jaar

 

De nieuwe termijnen inzake inkomstenbelasting treden in werking op 01 januari 2023 en gelden enkel voor de toekomst. De voorgaande aanslagjaren blijven onderworpen aan de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van de voorgestelde bepalingen.

 

 

 

 

Maximum 520 uur per jobstudent in 2022?

Studenten kunnen elk jaar 475 uur werken aan de verminderde RSZ-bijdrage
(dit is 2,71 % voor de student zelf en 5,42 % aan patronale bijdragen voor de
werkgever). Op de studentenlonen wordt ook geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Opgelet, voor dat aantal van 475 uur tellen wel alle prestaties mee die de
student dit jaar verricht, dus ook die bij eventuele andere werkgevers!

 

Naar aanleiding van de coronacrisis tellen in 2022 bepaalde uren van een
jobstudent niet mee. Het aantal uur dat een student in 2022 mag werken hangt af
van wanneer ze gepresteerd werden en in welke sector. Een deel van de
gepresteerde uren van het eerste kwartaal 2022 wordt geneutraliseerd, namelijk
de eerste 45 uur.

 

Een student die in het eerste kwartaal
bijvoorbeeld 25 uur werkte, zal dit jaar in totaal 300 uur kunnen werken (25
geneutraliseerde uren in het eerste kwartaal + het normale aantal van 475).

 

Voor de studenten die in het onderwijs of in de zorg werken, worden alle
uren die gepresteerd worden in het eerste kwartaal geneutraliseerd. Dat
betekent dus dat de teller van beschikbare uren voor deze studenten in dat
geval op 475 blijft staan op 01/04/2022!

 

 

De RSZ heeft ondertussen bevestigd dat de tellers op Student@work aangepast
zullen worden zodat de geneutraliseerde uren er niet inzitten. Als u bijgevolg
van een jobstudent een attest ontvangt dat recent door hen werd afgehaald van
de onlinetoepassing, dan mag u er als werkgever van uitgaan dat het aantal uur
dat daarop staat nog klopt.

 

 

BTW-attest 6 % afgeschaft!

 

Verbouwingswerken aan woningen zijn onder bepaalde voorwaarden onderworpen aan het verlaagde btw-tarief van 6%, maar daar is sinds 01/01/2022 heel wat aan gewijzigd.

 

Het btw-tarief van 6 % is mogelijk voor renovatiewerken aan een privé woning van ten minste 10 jaar oud. Een pand of gebouw wordt als privéwoning aanzien als het uitsluitend of hoofdzakelijk voor bewoning gebruikt wordt. Een aannemer mag maar factureren met 6 % als de klant bevestigt dat de voorwaarden voor dat tarief vervuld zijn. Tot nu toe moest dat gebeuren met een attest dat de klant aan de aannemer moest geven.

 

Vanaf 01/01/2022 (met een overgangsperiode tot 30/06/2022) wordt het attest vervangen door een standaardverklaring die de aannemer op de factuur moet vermelden (wet van 27.12.2021, BS 31.12.2021). De standaardverklaring luidt als volgt:

 

“Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21% van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”

 

Jouw klant heeft vervolgens een termijn van één maand om de toepassing van het verlaagde tarief te betwisten. Doet de klant dit, dan moet de aannemer een nieuwe factuur opmaken met 21 % btw. Doet de klant dit niet, dan is de aannemer niet aansprakelijk als de 6 % ten onrechte toegepast werd!

 

 

Opgelet, de betwisting moet schriftelijk gebeuren. Om de verzenddatum te kunnen bewijzen kan men dit ook best aangetekend doen.